
1
Alle dagen waren hetzelfde, ook al besloot hij elke avond dat er de volgende dag iets zou veranderen.
Er waren mogelijkheden om weer terug naar huis te keren, maar wanneer hij daarover begon na te denken liep hij vast. Hij raadpleegde zelfs zijn kaarten niet meer want ook die begonnen zichzelf te herhalen.
Enkele weken terug had hij het gevoel gekregen dat er iets via die kaarten tot hem sprak en sindsdien leek het alsof dat ‘iets’ over zijn schouder meekeek.
Jean Marc kon een rustige en evenwichtige indruk maken, ook al liep er schrikdraad door zijn maag.
Hij raakte aan de praat met een man op het terras die net als hij een rugzak bij zich droeg. Dit was een vakantieganger. Iemand die maar twee weken op reis was. Een nep-avonturier die zijn reisverslag appte en daarna zijn comeback maakte in een kantoorgebouw langs de E40, waar ze geld rondpompen door een riool dat we economie noemen.
Jean Marc zou best met ‘m willen ruilen.
Na een praatje over de verschillen tussen België en Spanje, besloot hij toch maar de kaarten weer eens uit zijn tas te halen en stelde voor om er eentje te trekken. Om de tijd te doden.
Binnen enkele ogenblikken zou er een wagen voorrijden.
“Verleden, heden of toekomst?” vroeg hij.
“Verleden”, de toerist legde een kaart op tafel. Waarom altijd maar weer het verleden? dacht Jean Marc en bekeek de aantekeningen op de kaart.
“Ben je ooit in de steek gelaten door iemand?”
Op tafel lag kaart 6, de Geliefden, een plaatje van een man die aandacht krijgt van twee vrouwen.
“Het is net alsof er iemand met me meekijkt bij alles wat ik doe”, zei de reiziger. “Heb je enig idee wie dat is?” vroeg Jean Marc, “naar wie luister je? Kun je achterhalen wie er tegen je spreekt? Is het je geweten, of iets anders?”
Een auto kwam de hoek om en bewoog zich stapvoets in de richting van het terras. De man had zijn ogen dicht gedaan.
Jean Marc stond zachtjes op, pakte zijn rugzak en verliet de plek.
De kaarten bleven liggen.
Het portier opende en Jean Marc nam plaats in sigarettenrook.
“Wie is die gast?” vroeg de chauffeur.
“Een toerist, we hebben een kaartje gelegd.”
“Ben je er klaar voor?”
“Ik ben er klaar voor.”

2
Op een avond in Spanje ontmoette ik een man die net als ik met een rugzak rond reisde. Na een gedachtewisseling op een terras, over de overeenkomsten tussen Spanje en België, bood hij me aan om de kaarten te leggen. Ik kende de kaarten niet die hij uit een zijvakje van zijn versleten rugzak tevoorschijn haalde. Het waren geen gewone speelkaarten. Ik zag middeleeuwse afbeeldingen gedrukt op sleets karton met hier en daar een aantekening. Hij gaf een korte uitleg over de grote en kleine geheimen die op de kaarten werden uitgebeeld en nodigde me uit er willekeurig eentje uit te nemen. “Verleden, heden of toekomst?” vroeg hij.
Terwijl ik naar de rug van de kaart keek die voor me lag tikte een motvlinder een gloeilamp aan. “Verleden”, antwoordde ik zonder nadenken.
Ergens werd een portier dichtgeslagen gevolgd door het geluid van een haperende motor.
“Ben je ooit door iemand in de steek gelaten waar je van hield?”
Hij draaide de kaart om. Of ik ooit in de steek gelaten ben geweest, nee, niet echt. Zijn ogen rolden over het beeld.
Het Romeinse cijfer VI met daaronder een Cupido die zijn pijl richtte op drie personen die in gesprek leken te zijn.
“Voor je ligt een boodschap uit je verleden. Er wil iets rechtgezet worden. Graaf je het op of laat je het liggen?”
De auto kwam knarsend de hoek om en bewoog zich in de richting van het terras. De kaartlegger had het over over licht en duisternis, keuzes die gemaakt moeten worden en een verzoening.
Waarzeggerspraat waarvan ik me weinig herinner behalve het beeld van de drie figuren op de kaart. Waar hebben zij het ook weer over?
De auto stopte en het portier opende zich. Ik sloot even mijn ogen om me te concentreren. Ergens ver weg schoven aardschollen over elkaar.
Papierprullen en plastic bekertjes rolden over de grond die zachtjes op en neer leek te trillen. Ergens op een mengpaneel werd het geluidsvolume omlaag geschoven. Ik ademde trager en bevond me plots in de ruimte tussen uitademen en, zo dadelijk, weer opnieuw inademen.